800 meter fysiologie

Vanuit fysiologisch oogpunt kunnen 800 meter lopers ingedeeld worden worden in 3 hoofdtypes:

  • Hele snelle types
  • De ‘echte’ 800 meter lopers
  • De 800 meter lopers met heel veel weerstand (1500 meter types)

De hele snelle types hebben een zeer snelle 400 meter besttijd, een goeie 800 meter besttijd maar in vergelijking met deze besttijden is hun 1500 meter besttijd eerder matig. Dit type lopers maakt zelden de overstap naar de 1500 meter op hoog niveau. De ‘pure’ 800 meter lopers hebben een goede besttijd op zowel de 400 als de 1500 meter, maar hun echte besttijd is natuurlijk de 800 meter. De 800/1500 meter types hebben goede besttijden op de 800 en 1500 meter, hun besttijd op de 400 meter is in vergelijking matig.

Het is belangrijk om deze 3 types 800 meter lopers indachtig te zijn, om vanuit deze indeling een 800 meter wedstrijd fysiologisch te analyseren.

In de wetenschappelijke literatuur wordt een 800 meter wedstrijd vaak als volgt onderverdeeld

  • 50 % aeroob
  • 44 % anaeroob lactisch
  • 6 % anaeroob alactisch

Deze waarden zullen de werkelijkheid benaderen, zoals ik de inleiding aangaf heeft het minieme verschil in percentages vooral te maken met welke type van 800 meter loper je te maken hebt.

Een 800 meter wedstrijd behoort tot de categorie van middel lange afstanden, maar het is wel de race met de kortste afstand in deze categorie. Een 800 meter wedstrijd wordt gelopen over 2 ronden op een atletiekpiste, deze onderverdeling helpt ons om een 800 meter wedstrijd aan de hand van een aantal opeenvolgende fysiologische processen te beschrijven. Het aerobe systeem dient te werken aan maximale ‘power’ en het anaerobe systeem aan maximale ‘capaciteit (Casado et al, 2009).

Een 800 meter wedstrijd kan tactisch op verschillende manieren gelopen worden.

  • Tempogericht wedstrijdverloop
  • Eindsprintgericht wedstrijdverloop

Wat het meeste voorkomt is het eindsprintgericht wedstrijdverloop met daarin een zeer snelle start (0-200 meter, 105% van het gemiddelde tempo), gevolgd door het traagste gedeelte van de wedstrijd (200-400 meter, 95 % van het gemiddelde tempo), vanaf het 400 meter punt gaat de snelheid geleidelijk de hoogte in, tot de eindsprint wordt ingezet (laatste 100 meter van de wedstrijd, 110% van het gemiddelde tempo).

Dit alles betekent dat lopers van Olympisch niveau de laatste 200 meter moeten kunnen afleggen in 25 sec

Bij een tempogericht wedstrijdverloop wordt er sneller gestart (eerste 200 meter aan 200 % van het gemiddelde tempo), Tussen 200 en 600 meter 95 % van het wedstrijdtempo. Dit alles betekent dat er uiteraard sneller gelopen wordt in de laatste 100 meter, maar de eindsprint wordt wel trager gelopen dan het gemiddelde tempo, in dit soort wedstrijden moet een wereldtopper een eerste ronde kunnen lopen om en bij de 51 sec.

Ondanks het gegeven dat de eindsprintgericht wedstrijdverloop dus het meeste zal voorkomen moet zowel het tempogerichte als het eindsprintgerichte model opgenomen worden in de trainingsvoorbereidingen.

Vanuit de fysiologie moet dus de 1ste ronde anders beschreven worden dan de 2de ronde, en dit alles kan dan op zijn beurt nog een variatie geven in het type wedstrijd (eindsprintgericht vs tempogericht).

800 meter lopers zullen moeten beantwoorden aan een bepaald profiel. Kenmerkend zal steeds hun tolerantie zijn tegenover hoge mate van verzuring. 800 meter lopers moeten beschikken over een hoge mate van lactaattolerantie. Omslagpunt, lactaatdrempel, anaerobe drempel, lactate treshold (LT) zijn verschillende benamingen voor het aanduiden van eenzelfde begrip, het is de hoogste snelheid waar lactaatopstapeling en het verwijderen van ditzelfde lactaat in evenwicht zijn. Lactaatwaarden worden uitgedrukt in mmol/liter (milimol/l). Soms wordt deze waarde op de LT nog wel eens aangeduid op 4 mmol, nochtans is dit zeer individueel bepaald en variƫren deze waarden tussen de 2 en 8 mmol/l. Vooral voor een 800 meter wedstrijd kunnen deze individuele verschillen zeer bepalend zijn. Om deze theoretische waarden meer werkbaar te maken in de trainingsleer worden ze vaak uitgedrukt als een percentage van de VO2max.

800 meter lopers moeten beschikken over een zeer goed versnellingsvermogen, tempohardheid en de mogelijk om snel over te schakelen naar verschillende tempo’s (ook tragere). Ze moeten in staat zijn meerdere wedstijden per jaar te lopen in een conditionele toestand die hun topconditie benadert. Ze moeten mentaal bijzonder sterk zijn, ze trainen best aan een hoge volume/week en vooral moeten ze zich tijdens trainingen vaak volledig in het rood kunnen gaan. Dit in het rood gaan moeten ze niet alleen kunnen maar ook willen.

  • zeer goed aeroob uithoudingsvermogen
  • sprinten/versnellen
  • goede tijden kunnen lopen 400/800/1000 meter
  • tempogevoel
  • loopcoƶrdinatie



WordPress Cookie Plug-in door Real Cookie Banner